verfoeisel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verfoeisel    (hulp, bestand)
• IPA: /vər.ˈfuɪ̯.səɫ/

Woordafbreking

• ver·foei·sel

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van verfoeien met het achtervoegsel -sel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verfoeisel	verfoeisels verfoeiselen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het verfoeisel o

1. wat afschuw oproept, wat mensen verfoeien

Gangbaarheid

• Het woord verfoeisel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Afrikaans

Woordafbreking

• ver·foei·sel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verfoeisel	verfoeisels

Zelfstandig naamwoord

verfoeisel

1. verfoeisel

   «Slange is vir baie 'n verfoeisel.»

   Slangen boezemen velen afschuw in.