Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dwaas·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

verdwaasde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verdwaasd

Werkwoord

vervoeging van
verdwazen

verdwaasde

  1. enkelvoud verleden tijd van verdwazen
    • Ik verdwaasde. 
    • Jij verdwaasde. 
    • Hij, zij, het verdwaasde. 
  2. verbogen vorm van verdwaasd, voltooid deelwoord van verdwazen
enkelvoud meervoud
naamwoord verdwaasde verdwaasden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verdwaasdem

  1. dwaashoofd, warhoofd, domkop