• ver·duit·sen

verduitsen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verduitsen
verduitste
verduitst
zwak -t volledig
  1. meer en meer op Duitsland of het Duits laten lijken
    • De vraag is of Europa nu verduitst moet worden of Duitsland vereuropeaniseerd. Moeten we blijven hameren op begrotingsdiscipline of tegen beter weten in de verzorgingsstaat blijven prijzen die onder alle omstandigheden bescherming biedt? [2] 
    • Kurt Waldheim werd op 21 december 1918 geboren in een dorp in Neder-Oostenrijk. Zijn vader was een leraar die oorspronkelijk de familienaam Vaclavec droeg, maar die had laten eindeutschen, verduitsen. Vooral na de val van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk in 1918 gingen vele Oostenrijkers de ‘nationaal-Duitse toer’ op, onder wie een groot deel van de latere top van de nazi-partij. [3] 


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf SONNY DUIJN 08 nov. 2012 Verduitsen?
  3. De Standaard 14/06/2007 om 00:00 door Jorn De Cock Portret Waldheim