Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·duft
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verduffen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]

Werkwoord

vervoeging van
verduffen

verduft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verduffen
    • Jij verduft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verduffen
    • Hij verduft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verduffen
    • Verduft! 
vervoeging van: verduffen…
verbogen vorm: verdufte

verduft

  1. voltooid deelwoord van verduffen
Synoniemen

Gangbaarheid

31 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen