verdragsmiddelen
- ver·drags·mid·de·len
- alleen meervoud samenstelling van verdrag zn en middelen zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | verdragsmiddelen |
verkleinwoord | - | - |
de verdragsmiddelen mv
- geld dat in een overeenkomst tussen staten is toegezegd, met de bijdrage die Suriname bij zijn onafhankelijkheid door Nederland is toegezegd
- Daarnaast krijgt het in zware financiële problemen verkerende Suriname binnenkort het laatste deel uitbetaald door Nederland van de €1,6 mrd aan zogeheten verdragsmiddelen, die het land kreeg bij de onafhankelijkheid in 1975. Suriname heeft nog recht op ruim €17 mln. Nederland bevroor dit tegoed toen Bouterse in 2010 aan de macht kwam. [1]
- Het woord verdragsmiddelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.