verdooldheid
- ver·doold·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verdooldheid | |
verkleinwoord |
de verdooldheid v
- de weg kwijt zijn
- in moreel ethisch opzicht afgedwaald zijn; het niet meer weten wat te doen of te denken
- Het woord verdooldheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.