• ver·dient bij
vervoeging van
bijverdienen

verdient (…) bij

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijverdienen
    • Jij verdient bij. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijverdienen
    • Hij verdient bij. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijverdienen
    • Verdient bij!