• ver·brod
  • vervoeging van verbrodden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
vervoeging van
verbrodden

verbrod

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbrodden
    • Ik verbrod. 
  2. gebiedende wijs van verbrodden
    • Verbrod! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbrodden
    • Verbrod je? 
vervoeging van: verbrodden…
verbogen vorm: verbrodde

verbrod

  1. voltooid deelwoord van verbrodden