-
- vervoeging van verbreden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
verbreed
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreden
- gebiedende wijs van verbreden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreden
verbreed
- voltooid deelwoord van verbreden
- vormt de voltooide tijden
- Ze zouden dat allang verbreed moeten hebben.
- vormt de lijdende vorm
- Het strand is aanzienlijk verbreed.
- attributief gebruikt
- bijwoordelijk gebruikt
- Verbreed zag het er veel imposanter uit.
98 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[1]
|