verbedden
- ver·bed·den
verbedden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verbedden |
verbedde |
verbed |
zwak -d | volledig |
- iemand in een ander, pas opgemaakt bed leggen
- opmaken van een bed
- Het woord 'verbedden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verbedden" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be