• ver·bed
  • vervoeging van verbedden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verbedden

verbed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbedden
    • Ik verbed. 
  2. gebiedende wijs van verbedden
    • Verbed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbedden
    • Verbed je? 
vervoeging van: verbedden…
verbogen vorm: verbedde

verbed

  1. voltooid deelwoord van verbedden