verbandplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·band·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verbandplaats | verbandplaatsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) plaats waar gewonden de eerste hulp ontvangen
- ▸ Kapitein Toesjin gaf zijn compagnie de nodige orders en zond een van de soldaten erop uit om een verbandplaats of een dokter voor de cadet te zoeken en ging bij het vuur zitten dat door de soldaten op de straat was aangelegd.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'verbandplaats' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1