veiligheidskettinkje

  • vei·lig·heids·ket·tin·kje
enkelvoud meervoud
naamwoord veiligheidskettinkje veiligheidskettinkjes
verkleinwoord - -

het veiligheidskettinkjeo dim. tant.

  1. dun kettinkje aan de sluiting van een armband e.d., als extra beveiliging tegen verlies
  2. (verwijderbaar) kettinkje achter de buitendeur waardoor die niet helemaal opengaat

het veiligheidskettinkjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord veiligheidsketting