variabiliteit
- va·ri·a·bi·li·teit
- afgeleid van variabel met het achtervoegsel -iteit
- afgeleid van het Franse variabilité (met het achtervoegsel -iteit) [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | variabiliteit | variabiliteiten |
verkleinwoord | variabiliteitje | variabiliteitjes |
de variabiliteit v
1. veranderlijkheid
- Het woord variabiliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "variabiliteit" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ variabiliteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be