• vangt aan
vervoeging van
aanvangen

vangt (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen
    • Jij vangt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvangen
    • Hij vangt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvangen
    • Vangt aan!