• valt vrij
vervoeging van
vrijvallen

valt (...) vrij

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijvallen
    • Jij valt vrij. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijvallen
    • Hij valt vrij. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vrijvallen
    • Valt vrij!