valt samen
- Geluid: valt samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑlt ˈsamə(n) / (3 lettergrepen)
- valt sa·men
vervoeging van |
---|
samenvallen |
valt (…) samen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenvallen
- Jij valt samen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenvallen
- Hij valt samen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenvallen
- Valt samen!
- Het woord valt samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.