våkne
- våk·ne
- Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord vakna.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | våkne |
tegenwoordige tijd | våkner |
verleden tijd | våknet våkna |
voltooid deelwoord |
våknet våkna |
onvoltooid deelwoord |
våknende |
lijdende vorm | våknes |
gebiedende wijs | våkn våkne |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
våkne
- onovergankelijk ontwaken, wakker worden
- onovergankelijk bijkomen
- onovergankelijk, (figuurlijk) herleven
- «Om våren våkner naturen til nytt liv.»
- In de lente herleeft de natuur tot nieuw leven.
- «Om våren våkner naturen til nytt liv.»
- [1]: våkne tidlig om morgenen
vroeg in de ochtend uit de slaap ontwaken
- [2]: våkne av narkosen
van een narcose bijkomen