Nederlands

 
uraniet
Uitspraak
Woordafbreking
  • ura·niet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uraniet
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het uranieto

  1. (mineraal) pikzwarte delfstof die uraniumoxide bevat; pekblende

Gangbaarheid

36 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen