undertegner
- un·der·teg·ner
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van undertegne met het voorvoegsel under- en met het achtervoegsel -er
Naar frequentie | 15598 |
---|
undertegner
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van undertegne
- «Kina og Cuba undertegner samarbeidsavtaler. (2008)»
- China en Cuba ondertekenen samenwerkingsovereenkomst.
- «Kina og Cuba undertegner samarbeidsavtaler. (2008)»
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | undertegner | undertegneren | undertegnere | undertegnerne |
genitief | undertegners | undertegnerens | undertegneres | undertegnernes |
undertegner, m
- ondergetekende, ondertekenaar (bij een mannelijke persoon)
- ondergetekende, ondertekenaarster (bij een vrouwelijke persoon)