uitverkozen
- Geluid: uitverkozen (hulp, bestand)
- uit·ver·ko·zen
- vervoeging van uitverkiezen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ie-oo (IPAː /iː/ - /oː/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van uit bw en verkozen ww [1]
vervoeging van |
---|
uitverkiezen |
uitverkozen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitverkiezen
- ...dat wij uitverkozen.
- ...dat jullie uitverkozen.
- ...dat zij uitverkozen.
- ...dat wij uitverkozen.
- voltooid deelwoord van uitverkiezen
- uitverkoren (voltooid deelwoord)
- Het woord uitverkozen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.