• uit·ver·gro·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord uitvergroting uitvergrotingen
verkleinwoord

de uitvergrotingv

  1. een (deel van een) foto op een groot formaat afdrukken
  2. (figuurlijk) een bepaald aspect van het leven extreem veel aandacht geven
     Ook Renée Römkens, bijzonder hoogleraar gendergerelateerd geweld aan de Universiteit van Amsterdam, herkent de verhalen over machtsmisbruik in Hollywood. "Het is een bekend verschijnsel. En het komt niet alleen voor in Hollywood", zegt Römkens. "Deze discussie is gewoon een uitvergroting van de dynamiek in andere gebieden, zoals de politiek of de media."[2]
     De les die anderen kunnen trekken? "Wees bewust wat het constant delen met je doet, en doe het met mate." Zijn project is een soort spiegel. "Wat ik heb gedaan is eigenlijk een absurde uitvergroting van wat heel veel mensen doen."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    redacteur Online
    “'Vrouwen in Hollywood worden nog te vaak als lustobject gezien'” (Donderdag 12 oktober 2017, 10:46), NOS
  3.   Weblink bron “Wat er gebeurt als je maandenlang je gps-locatie met iedereen deelt” (Donderdag 21 september 2017, 12:35), NOS