• uit·tes·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uittesten
testte uit
uitgetest
zwak -t volledig

uittesten

  1. overgankelijk bezien hoe iets onder verschillende omstandigheden functioneert
    • Dat programma mag eerst wel eens goed uitgetest worden. 
93 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be