uittesten
- uit·tes·ten
- samenstelling van uit bw en testen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uittesten |
testte uit |
uitgetest |
zwak -t | volledig |
uittesten
- overgankelijk bezien hoe iets onder verschillende omstandigheden functioneert
- Dat programma mag eerst wel eens goed uitgetest worden.
- Het woord uittesten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uittesten" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be