• uit·ster·vend
vervoeging van: uitsterven
verbogen vorm: uitstervende

uitstervend

  1. onvoltooid deelwoord van uitsterven
stellend
onverbogen uitstervend
verbogen uitstervende
partitief uitstervends

uitstervend

  1. door gebrek aan nageslacht, opvolgers of gebruikers verdwijnend
    • Voor veel mensen zijn uitstervende diersoorten een ver-van-hun-bed-show. Bioloog Daniel Schneider maakte het probleem deze week echter pijnlijk duidelijk met één enkele foto. [1] 
    • Het Rijk en de provincies Groningen, Drenthe, Friesland, Overijssel en Gelderland tekenen deze week een convenant waarmee het Nedersaksisch officieel onderdeel zal worden van de Nederlandse taal. De uitstervende taal krijgt daarmee meer bescherming. [2]