uitgeversconcern
- uit·ge·vers·con·cern
- samenstelling van uitgever zn en concern zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitgeversconcern | uitgeversconcerns |
verkleinwoord |
het uitgeversconcern o
- (bedrijfskunde) bedrijf dat bestaat uit een aantal losse uitgevers
- ▸ De Noord-Nederlandse NDC Mediagroep wil af van alle huis-aan-huis bladen. Dat meldt RTV Noord op basis van interne correspondentie bij NDC. Het uitgeversconcern ziet binnen het bedrijf geen perspectief meer voor de 40 week- en nieuwsbladen die het in Groningen, Friesland, Drenthe en kop van Overijssel en in Flevoland verspreidt.[1]
- ▸ Het Belgische DPG Media (voorheen De Persgroep) koopt voor 460 miljoen euro alle Nederlandse activiteiten van uitgeversconcern Sanoma. Het concern krijgt succesvolle bladen in handen zoals Libelle, Donald Duck, Margriet en vtwonen, maar ook de nieuwssite NU.nl.[2]
- ▸ De eigenaar van Elsevier wil dat het opinieblad een andere naam krijgt. Het is de bedoeling dat de naam Elsevier uitsluitend wordt gereserveerd voor de wetenschappelijke activiteiten van het uitgeversconcern. Het tijdschrift Elsevier bestaat al sinds 1891.[3]
- Het woord uitgeversconcern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “NDC Mediagroep wil af van veertig huis-aan-huisbladen” (6 april 2021, 22:45), NOS
- ↑ Weblink bron “Donald Duck, Libelle en NU.nl in Belgische handen” (10 december 2019, 07:58), NOS
- ↑ Weblink bron “Eigenaar Elsevier wil na 125 jaar naam veranderen” (3 december 2015, 17:34), NOS