tzatziki
- tza·tzi·ki
- uit het Grieks [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tzatziki | tzatziki's |
verkleinwoord |
de tzatziki m
- saus van knoflook, yoghurt en komkommer met diverse kruiden
- Ook lekker: maak tzatziki van yoghurt, komkommer, knoflook, olijfolie, citroen, peper, zout, verse munt en dille. [2]
- Eigenaren Gabriël Mutlu en Peter Soet zetten eerst warm brood met oosterse tapenade, tzatziki en kruidenboter op tafel. Alles is vers bereid. [3]
- Pel en pers de resterende knoflook en meng voor de tzatziki met de Griekse yoghurt, de olijfolie extra vergine en rasp en sap van de citroen en uitgelekte komkommer. Breng op smaak met versgemalen peper. [4]
- Het woord tzatziki staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tzatziki" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ tzatziki op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia Ellen Scholtens 22-04-17 Op de gezonde tour met fopfriet
- ↑ Tubantia 01-05-17 Lezersmenu mei 2017: Restaurant Negentien23 Hengelo
- ↑ Tubantia Estée Strooker 24-01-18 Bieten-linzenburger met tzatziki
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be