Nederlands

 
typoscript
Uitspraak
Woordafbreking
  • ty·po·script
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord typoscript typoscripten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het typoscripto

  1. een uitgetypte versie van een boek of ander geschrift
     De eerste oktober zat ik met het voltooide typoscript van het vervloekte boek in de taxi terug naar Loenen op de Veluwe, waar ik vrouw en kind ging ophalen om ze terug naar Amsterdam te voeren.[3]
     De tentoonstelling bevat onder meer brieven die Meijsing schreef aan schrijfster Hella Haasse. Ook is het typoscript van het boek De Tweede Man tentoongesteld en wordt een brief getoond waarin Meijsing een verzoek afwijst tot toetreding tot het museumbestuur.[4]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. typoscript op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  4.   Weblink bron “Tentoonstelling over Doeschka Meijsing in Letterkundig Museum” (01-02-2012), Tubantia