twoseater
- two·sea·ter
- van Engels two-seater [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | twoseater | twoseaters |
verkleinwoord | twoseatertje | twoseatertjes |
de twoseater m
- voertuig met twee zitplaatsen
- ▸ Eindelijk, meer dan vier decennia na het verdwijnen van de laatste E-Type twoseater, komt Jaguar met een opvolger. Maar de imponerend fraaie F-Type is veel méér![2]
- (meubel) bank voor twee personen
- two-seater (officiële spelling tot 2006)
- Het woord twoseater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "twoseater" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ twoseater op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Jeroen Jongeneel“Jaguar F-Type: Imponerend fraai” (26 sep. 2012), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be