tweern
- tweern
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweern | |
verkleinwoord |
de tweern m
- twee draden die samen gedraaid zijn tot een garen
- De maatschappelijke opgang van Cumont was het gevolg van zijn industriële activiteiten. Hij was eigenaar van een fabriek van tweern en linnen. Hij was ook handelaar in hop. [3]
vervoeging van |
---|
tweernen |
tweern
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tweernen
- Ik tweern.
- gebiedende wijs van tweernen
- Tweern!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tweernen
- Tweern je?
- Het woord tweern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tweern" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
3 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ tweern op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Wikipedia Charles Cumont
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be