tweeëntwintigjarige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tweeëntwintigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtwejənˌtwɪntəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- tweeën·twin·tig·ja·ri·ge, twee·en·twin·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
- bn: tweeëntwintigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van tweeëntwintigjarig bn met het achtervoegsel -e
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
tweeëntwintigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van tweeëntwintigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een tweeëntwintigjarige periode zonder uitbarstingen.
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweeëntwintigjarige | tweeëntwintigjarigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- levend wezen dat 22 jaar oud is of iets dat 22 jaar bestaat
- De tweeëntwintigjarige heeft zijn vier jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord tweeëntwintigjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.