• tus·sen·zet
enkelvoud meervoud
naamwoord tussenzet tussenzetten
verkleinwoord tussenzetje tussenzetjes

de tussenzetm

  1. een soort zet bij een bordspel die dient om tijd te winnen
    • Svidler hapt niet gelijk toe. 20. a4 Lxb5 (en toch) 21. cxb5 Td6 22. Dc3! (een mooie tussenzet) 22. ... Lg7 23. Dxc5 Tc8 24. Dxa7 b6 25. Dxc7 Txc7. [1] 
vervoeging van
tussenzetten

tussenzet

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tussenzetten
    • ... dat jij tussenzet. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tussenzetten
    • ... dat hij tussenzet. 



  • Opmerkelijk als je bedenkt dat omroep BNN er altijd een paar BN’ers tussenzet die juist bekend staan om hun kleine denkraam, hopend op een lage score waarover wij ons kunnen verkneukelen. Dit jaar is de hoop gevestigd op Elize uit de pauperserie Oh Oh Cherso. Ze heeft zichzelf alvast omgedoopt tot ‘Slimpie’. Ook een interessante outsider is volkszanger Dries Roelvink. Naar eigen zeggen heeft hij alleen de basisschool afgemaakt. [2]
  • Sterker nog, als je daar een derde persoon als mediator tussenzet kan dat het doorhakken van de knoop juist enorm bevorderen. [3]
91 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]
  1. Reformatorisch Dagblad 09-01-2009 Schaken
  2. NRC Wilfred Takken 19 januari 2011 BN'ers steeds slimmer
  3. NRC Anneke Weerts 29 oktober 2012 Ons kind krijgt twee mama's en een papa
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be