• tur·bu·len·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord turbulentie turbulenties
verkleinwoord turbulentietje turbulentietjes

de turbulentiev

  1. (meteorologie) een hevige werveling in de atmosfeer.
    • Het vliegtuig had onderweg veel last van turbulentie. 
  2. woeligheid
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be