tuigde in
- tuig·de in
vervoeging van |
---|
intuigen |
tuigde (…) in
- enkelvoud verleden tijd van intuigen
- Ik tuigde in.
- Jij tuigde in.
- Hij, zij, het tuigde in.
- Ik tuigde in.
- Het woord 'tuigde in' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.