tuig in
- tuig in
vervoeging van |
---|
intuigen |
tuig in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intuigen
- Ik tuig in.
- gebiedende wijs van intuigen
- Tuig in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intuigen
- Tuig je in?
- Het woord 'tuig in' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.