1. Een enthousiaste trumpist in 2016.
  • trum·pist
enkelvoud meervoud
naamwoord trumpist trumpisten
verkleinwoord - -

de trumpistm

  1. (politiek) aanhanger van de Amerikaanse president Donald Trump
     „Hoe eerder hij begint en praat over het winnen van de volgende verkiezingen, hoe beter”, zei senator Lindsey Graham, een trumpist.[1]
  1.   Weblink bron
    Karlijn van Houwelingen
    Trump droomt ervan zijn land te redden in: Provinciale Zeeuwse Courant  , jrg. 264 (28 juli 2022), p. 11 kol. 3