tromboniste
- Geluid: tromboniste (hulp, bestand)
- trom·bo·nis·te
- Afgeleid van trombonist met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tromboniste | trombonistes |
verkleinwoord |
de tromboniste v
- (beroep) vrouwelijke vorm van trombonist
- Het woord 'tromboniste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.