tripsen
- trip·sen
- trips met uitgang -en
de tripsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord trips
- ▸ Deze palmvaren Macrozamia lucida is een tweehuizige plant die voor zijn bevruchting geheel afhankelijk is van de tripsen.[1]
- meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) orde Thysanoptera
- ▸ De borstelige structuur van paardenbloempluis is ook terug te vinden op de vleugels van kleine, lichte insecten zoals tripsen (donderbeestjes), schrijven de onderzoekers.[2]
- [2] insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
- [2] zie de categorie: Tripsen in het Nederlands
- Het woord tripsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Sander Voormolen“Plant stuurt tripsen heen en weer tussen verscholen bloemen” (6 oktober 2007) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Dorine Schenk“Deze pluisjes weten wat wervelen is” (17 oktober 2018) op nrc.nl