Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trekt door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doortrekken

trekt door

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken
    • Jij trekt door. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken
    • Hij trekt door. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doortrekken
    • Trekt door! 
Verwante begrippen


Gangbaarheid