treinraam
  • trein·raam
enkelvoud meervoud
naamwoord treinraam treinramen
verkleinwoord treinraampje treinraampjes

het treinraamo

  1. opening in de wand van een treinwagon waardoor men naar buiten kan kijken
     De trein komt plotsklaps schokkend tot stilstand. Het treinraampje verandert in een verstild Amerikaans landschap: maisvelden tot aan de einder en een rode boerenschuur.[1]
     Een man die gistermiddag in Groot-Brittannië zwaargewond werd aangetroffen in een trein, heeft waarschijnlijk zijn hoofd uit een treinraampje gestoken en is geraakt door een tegemoetkomende trein.[2]
  1.   Weblink bron
    Wim Bossema
    “Turen uit de trein” (07-08-2009), Tubantia
  2.   Weblink bron “Man steekt hoofd uit treinraam en overlijdt na raken tegenligger” (10-01-2017), Tubantia