treed voor
- Geluid: treed voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtret ˈvor / (2 lettergrepen)
- treed voor
vervoeging van |
---|
voortreden |
treed (…) voor
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortreden
- Ik treed voor.
- gebiedende wijs van voortreden
- Treed voor!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortreden
- Treed je voor?
- Het woord treed voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.