traumatiseren
- trau·ma·ti·se·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
traumatiseren |
traumatiseerde |
getraumatiseerd |
zwak -d | volledig |
traumatiseren
- (psychologie) geestelijk ernstig geschokt raken, een trauma krijgen
- Het woord traumatiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "traumatiseren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be