• trans·plan·te·re
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord transplantare.
  • Noors werkwoord met het voorvoegsel trans- en met het achtervoegsel -ere.
Naar frequentie > 50000
vervoeging
onbepaalde wijs transplantere
tegenwoordige tijd transplanterer
verleden tijd transplanterte
voltooid
deelwoord
transplantert
onvoltooid
deelwoord
transplanterende
lijdende vorm transplanteres
gebiedende wijs transplanter
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

transplantere

  1. onovergankelijk transplanteren, overbrengen (weefsel of een orgaan)
  • [1]: transplantere et hjerte
en hart transplanteren


  • trans·plan·te·re
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord transplantare.
  • Nynorsk werkwoord met het voorvoegsel trans- en met het achtervoegsel -ere.
vervoeging
onbepaalde wijs transplantere
transplantera
tegenwoordige tijd transplanterer
verleden tijd transplanterte
voltooid
deelwoord
transplantert
onvoltooid
deelwoord
transplanterande
lijdende vorm transplanterast
gebiedende wijs transplanter
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

transplantere

  1. onovergankelijk transplanteren, overbrengen (weefsel of een orgaan)
  • [1]: transplantere eit nyre
en nier transplanteren