transformant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trans·for·mant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van transformeren met het achtervoegsel -ant (met het voorvoegsel trans-)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | transformant | transformanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de transformant m
- iemand die transformeert (van vorm verandert)
Gangbaarheid
- Het woord 'transformant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.