trad op
- trad op
vervoeging van |
---|
optreden |
trad op
- enkelvoud verleden tijd van optreden
- Ik trad op.
- Jij trad op.
- Hij, zij, het trad op.
- Ik trad op.
- Het woord trad op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
optreden |
trad op