• to·ta·li·ter

totaliter

  1. (formeel) Alles bij elkaar, in het geheel
    • Totaliter telt dit register om en nabij de 1.100 ingeschrevenen. 
66 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be