totaalpakket
- to·taal·pak·ket
- samenstelling van totaal zn en pakket zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | totaalpakket | totaalpakketten |
verkleinwoord | totaalpakketje | totaalpakketjes |
het totaalpakket o
- verzameling van alle zaken die je voor een bepaald doel nodig hebt
- ▸ Daisy had een geweldige stem. Hij was een beetje hees, maar nooit schel. Je ging bijna denken dat ze steentjes in haar keel had waar het geluid eerst langs moest. Daardoor klonk alles wat ze zong complex, interessant en een beetje onvoorspelbaar. Ik heb het nooit van m'n stem moeten hebben. Om zanger te worden hoef je niet geweldig te kunnen zingen als je nummers goed genoeg zijn. Maar Daisy was het totaalpakket, joh.[1]
- ▸ De Nijmeegse immunoloog pleit er dan ook voor naar het totaalpakket te kijken, waarbij volgens hem naast betere vaccins ook alternatieven horen, zoals coronamedicijnen.[2]
- Het woord totaalpakket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Taylor Jenkins Reid“Daisy Jones & the Six” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
- ↑ Weblink bron Erika de Joode“Twee keer per jaar prik: 'Niet wenselijk, wel goed om op voor te bereiden'” (WO 22 DECEMBER 2021), NOS