Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toog·vi·ro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toogviroloog toogvirologen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toogviroloogm

  1. leek op het gebied van de virologie (die het vaak beter denkt te weten dan de afgestudeerde virologen)

Gangbaarheid

Meer informatie