Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • to·nus
enkelvoud meervoud
naamwoord tonus tonussen
toni
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tonusm

  1. (medisch) spierspanning
Vertalingen

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be