tonbrug
- ton·brug
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tonbrug | tonbruggen |
verkleinwoord | tonbrugje | tonbrugjes |
de tonbrug v
- een tijdelijke noodbrug die met behulp van tonnen op het water drijft
- Het woord 'tonbrug' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tonbrug" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be