toffee
- tof·fee
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘snoepje van karamel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toffee | toffees |
verkleinwoord | toffeetje | toffeetjes |
de toffee m
- een taai en zoet snoepje
- Hij heeft een beugel en mag dus geen toffees eten.
- Het woord toffee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toffee" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "toffee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be